Mag het ietsje meer zijn?

Toen ik nog een héél klein mannetje was en ik samen met mijn moeder de bakkerij binnenliep waar mijn zus achter de toonbank stond, hoorde ik dat zinnetje voor het eerst: “Mag het ietsje meer zijn?”. Dat vroegen ze toen nog netjes. Tegenwoordig wordt die vraag je eigenlijk nooit meer gesteld. De slager propt tot op de gram nauwkeurig de plastic bakjes vol filet, de bakker weegt al jaren niets meer en verder ligt alles kant en klaar voorverpakt in de supermarkten. We pakken gewoon wat er ligt. Niets meer en vooral niets minder.

In onze branche, met een sjiek woord ook wel ‘de hospitality’ genoemd, is het vaak niet heel anders. De pokébowl- en sushitenten springen als paddenstoelen uit de grond, iedere stad kent tegenwoordig wel een hippe hamburgertent waar je ook gin-tonics kan drinken en overal hangen van die fraai versierde krijtborden met de menukaart erop . Hoe kan je je dan toch onderscheiden van de rest? Hoe blijf je straks, als de economie weer een opdonder krijgt en de horeca dat gaat voelen, tóch overeind tussen al die andere zaken?

Als gastvrijheid in je bloed zit, dan stel je jezelf altijd al die vraag “kan het ietsje meer zijn?” Kan je ergens nog iets extra’s betekenen voor jouw gast? Laat die weegschaal nou even voor wat ‘ie is en schep wat extra aandacht op dat bordje. Steek tóch die hand uit om iemand oprecht welkom te heten. En onthoud dat lievelingsdrankje. Het zit ‘m in al die kleine details waardoor iemand zich prettig en misschien zelfs wel thuis voelt. Wij weten het ook: van oprechte aandacht en interesse krijgen onze gasten nóóit genoeg, daarvan mag het áltijd meer zijn!

Rutger Lootsma