Een stukje historie tegen de vlakte.

Dit krantenartikel doet iets met mij, oude herinneringen komen boven.
Hotel Vosman was een begrip in Holten en omgeving.

Café Vosman dateert uit 1892. Vosman was herberg , boerderij, brandstoffenhandel, bierbottelarij, groothandel in limonade en likeuren en een klein boerenspulletje (4 à 5 koeien, wat varkens en een paard). Het bedrijf was telefonisch te bereiken onder nummer 33.

Mijn opa en oma (naar wie ik ben vernoemd) leerden elkaar kennen op het jaarlijkse volksfeest en deze eerste kennismaking liep uit op wat men noemde “vaste verkering”. Samen runden ze op voortreffelijke wijze het hotel-café-restaurant. De brand was een verschrikkelijke ervaring, maar ze zetten door. Met de nieuwbouw kwamen er kamers en de boerenschuur werd verbouwd tot feestzaal. Het was voor beide hard werken van de vroege morgen tot de late avond maar “werk”, zo zei mijn oma, “dat je met plezier doet valt minder zwaar en stimuleert tot doorzetten”. Wijze vrouw.

Veel verdienden ze niet. In de naoorlogse jaren waren de prijzen laag, bijvoorbeeld voor een diner f 3,25 en voor volledig pension f 6,50. Guldens ja.
In de oorlog hebben gemobiliseerde Nederlandse soldaten, Duitse troepen, Russische  vluchtelingen, Canadese en Engelse bevrijders de hotelkamers bezet.

In de zomer draaide het op volle toeren. Het bedrijf had een goede naam opgebouwd en tien bussen op een dag van overal uit het land was geen zeldzaamheid. “Um lekker te et’n”. Of voor de schoolkinderen een ijsje halen bij een afhaalpunt op de parkeerplaats. Het hotel was eind jaren 50 niet meer in trek, enerzijds doordat de gasten steeds veeleisender werden en anderzijds omdat er steeds meer verkeer door het dorp kwam.

Zoals te doen gebruikelijk in het dorp werd mijn moeder, als oudste van 4 dochters, op haar 13e van school gehaald en moest meehelpen. Zij leerde mijn vader kennen die op zijn bromfiets daar een hapje kwam eten. Niet lang daarna trouwde mijn moeder met hem, ze had er genoeg van om weer haar slaapkamer af te moeten staan aan een gast en in de linnenkast te moeten slapen. Ze wilde niet meer dag en nacht werken, ze ging met mijn vader mee. Inmiddels zijn ze 67 jaar getrouwd.

Aan het hotel heb ik geen herinneringen meer, aan de feestzaal en de ijsjes des te meer. Wat er ook in het dorp gebeurde, de lange tafels stonden klaar voor een afscheid, een receptie, een huwelijk of een uitvaart. Maar ook de danscursus, vergaderingen, bijeenkomsten van bijvoorbeeld de Christelijke Plattelands Vrouwenbond en het carnavalsfeest van het Keunedarp. En op zondag kreeg ik een advocaatje met slagroom van mijn oma.

In tegenstelling tot mijn moeder heb ik er fijne herinneringen aan.
Heb ik daar mijn horecaroots gelegd? Wie zal het zeggen, inspirerend was het wel. Ik zou willen dat ze het Boordhuys nog hadden kunnen zien, wat zouden opa en oma trots zijn geweest.
Mijn moeder zei “kind, waar begin je aan”. Ik begrijp dat wel. Maar nu is ze ook trots, net als mijn vader. Afgelopen weekend waren ze bij ons, 89 en 88 jaar. Mama nam het krantenartikel mee: “Een stukje historie tegen de vlakte”.
Het pand moet na 129 jaar plaats maken voor nieuwe appartementen. Zo gaat dat.

Geschreven door Karin van der Grinten, 8 maart 2021